Endocannabinoïden Systeem (ECS) - Endogene Cannabinoïde Systeem
Cannabis is een unieke plant met nuttige eigenschappen. Pas na de ontdekking van het endocannabinoïden systeem, afgekort ECS, is enigszins duidelijk geworden waarom de cannabisplant zo efficiënt in gebruik is, zo snel helpt en zo enorm breed toepasbaar is.
Ondanks dat de nuttige eigenschappen van cannabisplanten al eeuwenlang bekend zijn, is het endocannabinoïden systeem pas vrij recent ontdekt. De term endocannabinoïde, die is afgeleid van het Griekse woord endon, dat binnenin betekent, is in het midden van de jaren '90 na de ontdekking van de twee receptoren CB1 en CB2 ontstaan.
Onderzoek naar cannabis
Om de effecten van cannabis op onze hersenen, en dan vooral van THC, de cannabinoïde die voor een geestverruimend effect zorgt, beter te leren begrijpen heeft men in de loop der jaren vele onderzoeken verricht. Verreweg de meeste studies waren er echter op gericht om eventuele negatieve gevolgen van cannabis te ontdekken.
Schadelijke effecten zijn er niet gevonden, wel werd het bestaan van het endocannabinoïdensysteem ontdekt. Deze belangrijke ontdekking zorgde voor een revolutie in de wetenschap en een diepgaande kennis van gezondheid en het inwendige lichaam.
De ontdekking van cannabinoïde-receptoren
In het jaar 1988 ontdekte de Amerikaanse wetenschapper Allyn Howlett, samen met haar afgestudeerde student William Devane, dat er in de hersenen cannabinoïde-receptoren aanwezig zijn waarmee THC een reactie kan aangaan. Ze noemden het cannabinoïde 1 receptoren, afgekort CB1.
Receptoren zijn eiwit moleculen in cellen waaraan een specifieke molecule zich kan binden. Ze functioneren als antennes en ontvangen signalen van buiten de cel waardoor allerlei reacties worden opgewekt. Endogene (lichaamseigen) stoffen, zoals neurotransmitters, hormonen en cytokinen, kunnen zulke reacties met de receptoren opwekken, maar ook bepaalde stoffen die niet in het lichaam worden gevormd, zoals THC, zijn hiertoe in staat. Deze kennis is van uiterst groot belang voor gezondheidsonderzoek
Sleutel en slot principe
Receptoren werken net als enzymen volgens het principe van een sleutel en een slot. Dit houdt in dat een endogene stof zich aan een bijbehorende receptor bindt. Nadat de binding heeft plaatsgevonden ontstaat er een bepaalde reactie, zoals bijvoorbeeld een spier die sneller gaat samentrekken na binding van adrenaline met de adrenaline-receptor.
Na de ontdekking van CB1 in 1988 gingen geleerden grondig op zoek naar een lichaamseigen stof die zich, net als THC, hieraan bindt. Zo werd in 1992 in Israël een endogene cannabinoïde ontdekt die de naam anandamide (N-arachidonoyl ethanolamine) kreeg. Ananda is afgeleid uit het Sanskriet en betekent gelukzaligheid. In 1993 werd de cannabinoïde-receptoren in het immuunsysteem (CB2) ontdekt, gevolgd door de ontdekking van een tweede endocannabinoïde, 2-AG (2-arachidonoyl glycerol).
Meer receptoren voor cannabinoïden dan voor andere stoffen
Cannabinoïde-receptoren komen in heel ons lichaam voor en we hebben meer receptoren voor cannabinoïden dan voor elke andere stof. CB1-receptoren bevinden zich hoofdzakelijk op de neuronen in de hersenen en het ruggenmerg. Maar ze komen ook in andere organen en weefsels voor waaronder immuuncellen, de milt, het hart, de longen, bijnier en hypofyse.
De CB2-receptoren worden hoofdzakelijk gevonden in het immuunsysteem en de hiermee verbonden structuren, waaronder de milt, de amandelen, darmen en de leukocyten, beter bekend als witte bloedcellen. Veel weefsels beschikken zowel over CB1 als CB2 receptoren, ieder gekoppeld aan een andere actie.
Homeostase, het regelen van een constant intern milieu
Het endocannabinoïden systeem verricht dus door het hele lichaam allerlei taken die als doel hebben om alle functies in het lichaam in evenwicht te brengen en dit evenwicht te behouden, ondanks invloeden van buitenaf. Dit regelen van een constant intern milieu, dat homeostase wordt genoemd, heeft je lichaam nodig om in goede gezondheid te blijven.
Zowel de lichaamseigen cannabinoïden (endocannabinoïden) als de cannabinoïden uit cannabis (fytocannabinoïden) stimuleren homeostase op ieder niveau in het lichaam. THC heeft, net als de neurotransmitter anandamide, invloed op onder andere het geheugen, de gemoedstoestand en het hongergevoel. Ze vertonen beiden veel gelijkenis met elkaar en THC kan daarom gezien worden als een soort kopie van anandamide.
Het feit dat THC een imitatie van anandamide is en als een sleutel op de CB1-receptor past, zorgt ervoor dat de fytocannabinoïde als een lichaamseigen stof wordt beschouwd en er geen antistoffen door het lichaam aangemaakt hoeven te worden. Er zullen dan ook geen nare bijeffecten optreden, je lichaam zal het als herkenbare stof opnemen. Het verklaart tevens waarom cannabis zo'n lichaamsvriendelijk middel is.
Het fysiologische proces van CBD in ons lichaam
In tegenstelling tot het psychoactieve THC, heeft de fytocannabinoïde CBD nauwelijks bindingsaffiniteit met de cannabinoïde-receptoren CB1 en CB2. Indirect stimuleert CBD echter wel het endocannabinoïden systeem doordat het in staat is het enzym FAAH (fatty acid amide hydroxylase) te onderdrukken. FAAH is namelijk verantwoordelijk voor de afbraak van anandamide.
Minder FAAH zorgt er dus voor dat er meer anandamide in het lichaam blijft opgeslagen waardoor de CB1-receptor meer geactiveerd wordt. Daarbij verzet CBD zich ook krachtig tegen de invloed van THC op de CB1-receptor waardoor de psychoactieve effecten gedempt worden. Verder stimuleert CBD de afgifte van de endocannabinoïde 2-AG die bindingsaffiniteit vertoont met zowel CB1 als CB2.
Ondanks het gegeven dat CBD zich niet aan de twee cannabinoïde-receptoren bindt, kan het wel indirecte invloed uitoefenen door zich rechtstreeks aan andere receptoren in het lichaam te binden. Het fysiologische proces van cannabidiol wordt uitgebreid toegelicht in het informatie hoofdstuk: Hoe functioneert CBD?