Flavonoïden - Wat zijn Flavonoïden?
Flavonoïden vormen een grote groep van wateroplosbare, organische en stikstofvrije verbindingen. Er bestaan meer dan 6000 flavonoïden en ze komen voor in heilzame planten, zoals cannabis, maar ook in groenten, kruiden, granen, fruit, zaden, peulvruchten, noten, ajuin en rode wijn.
Flavonoïden zijn kleurstoffen en hebben zonlicht nodig om gevormd te kunnen worden. In veel gevallen zijn ze verantwoordelijk voor de kleur van bloemen en fruit. Het woord flavus, waarvan de naam is afgeleid, betekent in het Latijns geel en verwijst naar het gebruik als kleurstof voor het verven van wol, hennep, zijde en katoen. Ze kunnen echter ook een rode, blauwe, paarse of violet kleur bezitten.
De naam moet niet verward worden met het woord flavor, dat smaak betekent. Flavonoïden hebben over het algemeen juist een vrij bittere smaak. Deze bittere smaak zorgt ervoor dat plantenetende insecten worden afgeschrikt waardoor flavonoïden een beschermende functie voor de planten bieden. Door hun felle kleuren kunnen ze nuttige insecten die van belang zijn voor de bestuiving juist aantrekken. Daarnaast zijn ze van belang in de plantenstofwisseling en bieden bescherming tegen oxidatie, ultraviolet licht en hitte.
Flavonoïden - Felle gele en rode kleuren
Eigenschappen van flavonoïden
Veel is er gezegd en geschreven over de potentie die flavonoïden zouden kunnen hebben voor het menselijk lichaam. Op dit moment wordt er nog veel onderzoek naar de werking van deze stoffen gedaan. Pas wanneer er klinische onderzoeken zijn afgerond, kunnen er definitieve uitspraken over de effecten van deze stoffen op de gezondheid worden gedaan. Op dit moment is er wel een gezondheidsclaim over de anti-oxiderende werking van bepaalde flavonoïden in olijfolie door de EFSA (European Food Safety Authority) goedgekeurd.
Flavonoïden - Albert Szent-Györgyi
"Vitamine P"
Flavonoïden staan, onterecht, ook bekend onder de naam vitamine P. In het jaar 1936 isoleerde de Hongaarse wetenschapper en Nobelprijswinnaar voor de geneeskunde, Albert Szent-Györgyi, een bestanddeel uit een citroenschil die hij de naam citrine gaf. Citrine bleek een samenhangend geheel van vitamine C met nog andere ongeïdentificeerde bestanddelen.
Uit proeven bleek dat citrine veel beter in staat was de doorlaatbaarheid (permeabiliteit) te beïnvloeden dan vitamine C. Szent-Györgyi gaf het hierdoor de naam vitamine P waarbij de letter P verwijst naar de permeabiliteitsfactor. Albert Szent-Györgyi was van mening dat hij een nieuwe vitamine had ontdekt.
Vitamine P werd echter niet als vitamine erkend, al bleef de wetenschapper van mening dat vitamine C en vitamine P (tegenwoordig flavonoïden genoemd) een belangrijk samenwerkingsverband aangaan. Vandaag de dag wordt de synergistische coöperatie tussen vitamine C en flavonoïden volledig erkend.
Waarom flavonoïden-supplementen in de belangstelling staan
Doordat veel eten in de westerse wereld wordt bewerkt en gekookt, is de consumptie van flavonoïden via voedsel aan de lage kant in vergelijking met de consumptie in Aziatische landen. Door het koken of het bewerken van voedsel daalt het flavonoïde-gehalte met ongeveer 50 tot 90%. Voor een inname die zo dicht mogelijk bij de natuurlijke staat van het voedsel komt, zou men dus flavonoïden kunnen innemen.
Onderverdeling in subgroepen
Flavonoïden, ook wel bioflavonoïden genoemd, worden op basis van hun chemische structuur onderverdeeld in de volgende subgroepen:
|
|
Ondanks dat er vele soorten bioflavonoïden bestaan, bezitten ze wel allemaal dezelfde chemische basismolecule. Ze beschikken allen over twee aromatische ringen (A en B) aan weerskanten van een zuurstofhoudende pyraanring (C-ring). Aangezien er altijd een fenolgroep aan één van de benzeenringen is verbonden, worden flavonoïden, te samen met de fenolzuren en de niet-flavonoïde polyfenolen, tot de uitgebreide groep van polyfenolen gerekend.
Flavonoïde Quercetine
Indeling en voorkomen
Flavonen: Apigenine (Vitexine, Isovitexine); Luteoline (Oriëntine, Iso-oriëntiene, Homo-oriëntine); Diosmine, Diosmetine
Voorkomen: Echte Kamille; Pepermunt; Ginkgo; Rode Pepers; Selderij; Peterselie
Flavonolen: Quercetine (Rutine, Quercitrine, Isoquercitrine, Hyperoside); Kaempferol; Myricetine; Rhamnetine; Isorhamnetine, Astragaline
Voorkomen: Ui; Appels; Druivenpitten; Boekweit; Dennensoorten; Diverse Groenten en Fruit
Flavanonen: Hesperidine; Neohesperidine; Hesperitine; Naringine; Naringinine; Liquiritine; Liquiritigenine; Eriodyctol
Voorkomen: Citrusvruchten; Zoethout
Flavanolen: Catechine; Epicatechine
Voorkomen: Groene Thee; Cacao; Druivenpitten; Peren
Flavanololen: Silybine (Silybinine); Isosilybinine; Silydianine; Silychristine; Pinobanksine; Taxifoline
Voorkomen: Mariadistel; Propolis (Bijenharsproduct)
Anthocyanen: Cyanidine; Delphinidine; Malvidine; Petinidine
Voorkomen: Rode en Zwarte Druiven; Bosbessen; Rode Wijn
Isoflavonoïden: Genisteïne; Dadzeïne; Glyceteïne; Biochanine A; Formononetine
Voorkomen: Soja; Rode Klaver; Zilverkaars; Fenegriek
Biflavenoïden: Amentoflavon; Bilobetine; Ginkgetin; Isoginkgetin
Voorkomen: Ginkgo
Chalconen: Xanthohumol
Voorkomen: Hop; Kaneel
Xanthonen: Gentiseïne; Gentisine; Isogentisine; Norathyriol
Voorkomen: Sint Janskruid; Mangistan; Gele Gentiaan
Flavonoïden in cannabis
In cannabisplanten komen ongeveer 23 verschillende flavonoïden voor. Quercetine, apigenine, kaempferol, luteoline en oriëntine komen naast cannabis ook in vele andere planten voor. Cannabis bevat echter ook flavonoïden die cannabis-specifiek zijn, zoals cannaflavin A en cannaflavin B.
Wisselwerking met medicijnen
Sommige voedingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld grapefruit, bevatten flavonoïden die in combinatie met bepaalde geneesmiddelen, zoals bijvoorbeeld cholesterolverlagers en medicijnen tegen een hoge bloeddruk, een wisselwerking kunnen veroorzaken. De flavonoïde die hier onder andere verantwoordelijk voor is, is naringine.